Ondernemingsfinanciering
Om te kunnen ondernemen zal een onderneming over voldoende financiële middelen moeten beschikken. Financiering is van essentieel belang voor het werkkapitaal en de benodigde investeringen in activa (ook wel bezittingen genoemd) van de onderneming. Bij financiering dient een onderscheid gemaakt worden tussen eigen en vreemd vermogen. Een onderneming kan eigen of vreemd vermogen aantrekken door middel van bijvoorbeeld het uitgeven en aanbieden van effecten aan het publiek.
Eigen vermogen
Eigen vermogen is het vermogen dat in beginsel permanent aan de onderneming wordt afgestaan. De verschaffers van eigen vermogen participeren in de onderneming en delen doorgaans alleen in de winst van de onderneming (dividenduitkeringen). De aan de onderneming verstrekte gelden zijn derhalve niet opvorderbaar. Een toename van de waarde van de onderneming zal zich doorgaans vertalen in de prijs (koers) van de participatie. Bovendien hebben de verschaffers van eigen vermogen veelal zeggenschapsrechten. Bij deze vorm van financiering moet men denken aan aandelen in een besloten- of naamloze vennootschap. De onderneming zal aan de hand van verschillende ratio's de optimale vermogensstructuur bepalen, dat wil zeggen de meest efficiënte verhouding tussen eigen en vreemd vermogen.
Vreemd Vermogen
Vreemd vermogen wordt door externe financiers verstrekt in de vorm van bijvoorbeeld een (obligatie)lening. De aan de onderneming verstrekte gelden zijn derhalve opvorderbaar. De rentevergoeding voor vreemd vermogen is niet afhankelijk van het resultaat van de onderneming. Een verschaffer van vreemd vermogen zal zoveel mogelijk zekerheid willen verkrijgen voor de terugbetaling van zijn lening. Dit kan bijvoorbeeld door het vestigen van pand of hypotheek op activa van de onderneming. Hierdoor kunnen de verschaffers van vreemd vermogen proberen hun risico zoveel mogelijk te beperken. De Wet op het financieel toezicht (Wft) stelt eisen aan het bedrijfsmatig aantrekken van opvorderbare gelden in Nederland.
Bedrijfseconomische waarborgen
Voor diverse financiële ondernemingen bevat de Wft bovendien ook bedrijfseconomische (prudentiële) regels (zoals bijvoorbeeld ten aanzien van de solvabiliteit en liquiditeit). Deze regels dienen de soliditeit van een financiële onderneming te waarborgen en bij te dragen aan de stabiliteit van de financiële sector. De Nederlandsche Bank N.V. is in Nederland belast met dit toezicht. Prudentieel toezicht dient ter bescherming van de belangen van de crediteuren van financiële ondernemingen. Deze hebben er belang bij dat de betrokken financiële ondernemingen hun verplichtingen kunnen nakomen. Het prudentieel toezicht beoogt derhalve het risico van faillissement te verkleinen. De prudentiële regels zijn opgenomen in deel 3 van de Wet op het financieel toezicht (Prudentieel toezicht) en nader uitgewerkt in verschillende AMvB's.